Attributen: ovaal (eigenschap van een entiteit of relatie)
Aangeven van elke relatie: de cardinaliteit (1:1 of 1:N of N:M of ternair (1:N:M)). Om de juiste cardinaliteit te ontdekken kun je in de casus kijken of het expliciet is aangegeven. Of je moet zelf logisch nadenken.
Om de cardinaliteit te controleren zeg je het hardop van allebei de kanten: Elke schoen heeft maar 1 merk. En elk merk kan meerdere schoenen hebben.
Tussen relaties en entiteiten alleenlijntjes, geen pijlen, geen t-stukken, geen harken. Als er heel veel attributen zijn mag je hiervan, stiekum toch, een harkje maken.
Relaties alleen tussen entiteiten onderling maar niet los zwevend