Regels voor het ER-Diagram

  • Gebruik de juiste symbolen :
    • Entiteit: rechthoek (dingen)
    • Relatie: ruit (werkwoord)
    • Attributen: ovaal (eigenschap van een entiteit of relatie)
  • Aangeven van elke relatie: de cardinaliteit (1:1 of 1:N of N:M of ternair (1:N:M)). Om de juiste cardinaliteit te ontdekken kun je in de casus kijken of het expliciet is aangegeven. Of je moet zelf logisch nadenken.
  • Om de cardinaliteit te controleren zeg je het hardop van allebei de kanten: Elke schoen heeft maar 1 merk. En elk merk kan meerdere schoenen hebben.
  • Tussen relaties en entiteiten alleenlijntjes, geen pijlen, geen t-stukken, geen harken. Als er heel veel attributen zijn mag je hiervan, stiekum toch, een harkje maken.
  • Relaties alleen tussen entiteiten onderling maar niet los zwevend

Omzetten van ER-diagram naar tabellenschema

  • Gebruik de juiste regels voor het omzetten van 1:1 en 1:N relaties (eenvoudige situaties) en M:N en ternaire relaties (complexe tabellen):
  • 1:1 zet je in dezelfde tabel
  • 1:N gebruik het ID van de ene tabel als Foreign Key in de andere tabel.
  • N:M gebruik een tussentabel
  • N;N:P of N:M:1 gebruik een tussentabel

Eloquent Architect 161

Eloquent Architect 161